De lentevuurspin is een de opvallendste spinnen van Nederland door zijn opvallende kleur is direct te herkennen. Ik schrijf hij, want zij is volkomen zwart.
De mannelijke lentevuurspin is ongeveer 1 cm lang, het wijfje is veel groter, wel 2 cm lang. Maar het wijfje zie praktisch nooit want die zit haar hele leven onder de grond in haar woonbuis met een bovengronds web.
Op dit moment, namelijk in april, gaat het mannetje op zoek naar een wijfje. Hij verlaat zijn woonbuis en gaat in hoog tempo met zijn korte dikke pootjes het terrein verkennen. Het vinden van de woonbuis heeft te maken met feromonen die hij door de lucht gewaar wordt. Het mannetje zwaait steeds met zijn voorpoten om het geurspoor te ontdekken.
De paring vindt plaats in de woonbuis van het vrouwtje, die deze buis in het voorjaar heeft vergroot. Het wijfje maakt daarna een eipakket, die ze in de woonbuis bewaakt. De eitjes komen in de woonbuis uit en de jonge spinnen worden door de moeder gevoed met voedselsappen. De ondankbare kinderen zuigen de moeder tenslotte uit en zij sterft dan ook na korte tijd. Na enige tijd zwermen de jongen uit en graven ieder hun woonbuis. Wanneer de mannetjes na drie jaar volwassen zijn zwermen ze in april weer uit op zoek naar een vrouwtje.
Het koepelvormig web wat alle lentevuurspinnen maken, wordt aan de rand van struikeldraden voorzien en bedekt met een wollig spinsel. Dit kroezige spinsel maakt de spin door met een rij stevige borstel op de achterpoten het spinsel uit te kammen, te kaarden. Daarom worden deze spinnen vroeger kaardenspin genoemd. Nu hebben ze in de volksmond een mooiere naam en wel: lieveheersbeestspinnetje.
In ons land kun dit spinnetje vinden op de zuidelijke Veluwe. Dat is de zuidelijke Veluwezoom, het Planken Wambuis en in het nationaal park De Hoge Veluwe, waar ik de foto's heb gemaakt. Er bestaan geen waarneming meer uit Limburg. Zijn Latijnse naam is Eresus sandaliatus.
Vriendelijke groeten Ruud.